x
Buro Bakker is nu onderdeel van ATKB. Andere naam; dezelfde medewerkers, projecten en locatie (Assen). Bereikbaar op 088 - 1153200 Lees meer
DGR is nu onderdeel van ATKB. Andere naam, dezelfde medewerkers, projecten en locatie (Wageningen). Bereikbaar op 088-1153200 Lees meer

In een ecologisch gezond riviersysteem vervullen uiterwaarden een belangrijke functie als kraamkamer voor riviervissen. Met de indijking van onze rivieren zijn veel uiterwaardwateren verloren gegaan. Het ontbreken van dit soort wateren is een belangrijke oorzaak van het feit dat de Rijntakken in de huidige situatie niet voldoen aan de door de Kaderrichtlijn Water gestelde normen voor vis. Vanuit de opgave om de grote rivieren in de Goede Ecologische Toestand te brengen heeft Rijkswaterstaat Oost Nederland daarom in de afgelopen planperiode op een groot aantal locaties in de uiterwaarden langs de Rijntakken nevengeulen, strangen en geïsoleerde wateren aangelegd. Om de effectiviteit van de genomen maatregelen te evalueren heeft ATKB, in verband met de omvang samen met Bureau Waardenburg, in opdracht van RWS ON in de periode 2017-2020 een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar de visstand in deze wateren.

Een diepgaande analyse van de resultaten voor de Rijn, de Waal en de IJssel wordt uitgevoerd door Twan Stoffers, promovendus aan de Wageningen Universiteit. Een analyse van de gegevens verzameld in de Nederrijn en Lek is onlangs uitgevoerd door ATKB en Bureau Waardenburg. Voor het onderzoek zijn de gegevens gebruikt van 328 trajecten die in juli van 2017, 2019 en 2020 zijn bemonsterd met behulp van zegen- en elektrovisserij. De focus lag daarbij op de betekenis van de verschillende uiterwaardwateren voor juveniele vissen.

De resultaten van het onderzoek laten zien dat de verschillende uiterwaardwateren voor juveniele riviervissen een duidelijke meerwaarde hebben. Ze herbergen een grotere soortenrijkdom en abundantie dan de rivier zelf. Verder blijkt dat verschillende soorten vaak een duidelijke voorkeur hebben voor een bepaald type water. De getijdengeulen in de Lek hebben met name een toegevoegde waarde voor algemeen voorkomende soorten en voor rheofiel c soorten als spiering, bot en zeebaars. Voor obligaat rheofielen soorten, zoals barbeel, kopvoorn, serpeling en sneep, lijken vooral het habitattype nevengeul en de strang in Meinerswijk van meerwaarde. De soortsamenstelling van de visstand in de nevengeul in Bakenhof vertoont grote gelijkenis met die in de rivier, maar de dichtheden van de stroomminnende soorten in dit water zijn veel hoger. Rheofiel b soorten als riviergrondel en winde gebruiken ook de rivier zelf als kraamkamer, maar komen in nevengeulen en strangen in hogere aantallen voor dan in de rivier. De strangen blijken ook een belangrijke functie te vervullen als opgroeigebied voor algemene soorten als snoekbaars, alver en kolblei. De geïsoleerde wateren vervullen voornamelijk een functie voor plantminnende soorten.

In het kader van de Kaderrichtlijn Water moeten alle Rijkswateren uiterlijk in 2027 in Goede Ecologische Toestand verkeren. Ook de komende jaren wordt er daarom door Rijkswaterstaat hard gewerkt aan de implementatie van maatregelen die de zowel de chemische als ecologische kwaliteit van deze wateren moeten verbeteren. De resultaten van dit onderzoek worden daarbij onder andere gebruikt om te bepalen welke maatregelen daarvoor het meest effectief zijn en de ontwerpen van geplande maatregelen verder te verbeteren.